Buurtmoestuin opzetten

Waar moet je aan denken wanneer je een buurtmoestuin begint?

Oriëntatie vooraf
Praat als initiatiefgroep goed met elkaar door welk doel je voor ogen hebt en wat je van elkaar verwacht. Als er buurtmoestuinen in de buurt zijn, ga dan zeker eens langs. Het helpt je eigen ideeën-ontwikkeling om te zien hoe andere tuinen zijn aangelegd en te horen hoe mensen het daar doen met grondgebruik, samenwerking, e.d. Je kunt zo bewuster kiezen wat bij jullie past.Als je de grond huurt van de gemeente, maak dan heldere schriftelijke afspraken over de huurtermijn, wederzijdse opzegtermijn, gebruiksvoorwaarden en watervoorziening. Vraag ook na wat de historie is van de grond (vervuiling?).Tip: maak slim gebruik van subsidiepotjes voor eventuele grote uitgaven voor de aanleg van basisvoorzieningen. Denk bijvoorbeeld aan het Leefbaarheidsbudget voor bewonersinitiatieven van de gemeente, aan de jaarlijkse landelijke Burendag of NL Doet.

Juridische vorm
Onderzoek welke juridische vorm (Stichting of Vereniging) het beste past bij je doelstelling. Voor een buurtmoestuin ligt de verenigingsvorm het meest voor de hand: de Algemene Ledenvergadering is dan het hoogste orgaan wat besluiten neemt die het geheel aangaan, bijvoorbeeld over de hoogte van de jaarlijkse contributie. Het bestuur wordt gekozen uit de leden en is verantwoording schuldig aan de ledenvergadering. Onze verenigingsstatuten kan je als voorbeeld gebruiken. Deze zijn (nog) niet online beschikbaar, maar sturen wij je graag per mail toe. Wij hebben daarvoor zelf dankbaar gebruik gemaakt van het voorbeeld van Buurtmoestuin de Wilgenhof in Utrecht.

Grootte van vereniging
De omvang van je vereniging hangt natuurlijk af van de hoeveelheid grond en gewenste grootte van de percelen. Maar het is ook goed er bewust over na te denken met hoeveel mensen je wílt zijn. Bij Buurtmoestuin Castellum hebben we gekozen voor maximaal 30 leden. Niet alleen omdat dat past bij onze grond, maar ook omdat dan iedereen elkaar nog kent. Dan maak je makkelijker een praatje en kun je meer op elkaar terugvallen of elkaar aanspreken als er iets niet lekker loopt. Een grotere vereniging wordt onpersoonlijker, wat vaak ten koste gaat van betrokkenheid en inzet van leden.

Grootte van percelen, verhouding samen-individueel
Denk niet te groot! Zeker met onervaren tuinders kun je beter klein beginnen, zodat je er plezier in houdt. De tijd die het kost om een tuin goed bij te houden wordt vaak onderschat. Ook trouwens hoeveel groente je kunt oogsten van een klein perceel.
Na oriëntatie bij een paar andere buurtmoestuinen heeft onze vereniging gekozen voor relatief kleine privé-tuinen (4×4 m2), afgewisseld door stroken gemeenschappelijke grond. Voor onze leden – meest beginnende tuinders met een drukke baan en/of gezin – is zo’n tuintje groot genoeg. Op de gemeenschappelijke stukken grond staan kleinfruit, bloemen en groenten die veel ruimte en weinig aandacht vragen zoals pompoenen, mais en courgette. Dat onderhouden we door elke maand een zaterdag- of zondagmiddag gezamenlijk in de tuin te werken. Dat is ook altijd leuk en gezellig!

Biologisch of niet?
Maak van het begin af aan een heldere keuze voor wel of niet biologisch. Voor steeds meer mensen is biologisch tegenwoordig een logische keuze, ook voor onze buurtmoestuin. We vragen onze leden daarvoor te tekenen in de deelname-overeenkomst. De vereniging zorgt voor de gezamenlijke aanschaf van biologisch zaad en pootgoed. Bijkomend voordeel daarvan is dat je steeds met vers zaad kunt werken. Alleen doe je vaak te lang met één zakje.Tip: goede adressen voor biologisch zaad zijn de Bolster en de Cruydthoeck. Ook bij grotere natuurvoedingswinkels kun je steeds vaker terecht.

Kennisontwikkeling
Doe aan kennisontwikkeling door een paar keer per jaar workshops of excursies te organiseren. Onervaren tuinders hebben vaak geen idee wat er bij biologisch tuinieren komt kijken. Regel met elkaar dat af en toe een ervaren verenigingslid of gastspreker wat vertelt over bodemleven, composteren, teeltplan, wisselteelt, etc. Of beter nog: stel een biologische moestuincursus verplicht voor nieuwe leden. Dan creëer je een gemeenschappelijk referentiekader en leren mensen ook echt hoe ze dingen in praktijk kunnen brengen.Tip: Kijk of er bij jou in de buurt een VELT-werkgroep actief is. Deze Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren organiseert regelmatig cursussen. Hoewel ook niet-leden daar doorgaans welkom zijn, is lidmaatschap van VELT aan te bevelen. De vereniging heeft veel te bieden voor wie meer thuis wil raken in ecologisch tuinieren.Ook is aan te raden om af en toe (vooral in beginfase) een bodemtest te laten doen om te weten wat je bodem nodig heeft.

Tip: Bij Welkoop kun je 1x p.jr. gratis je grond laten testen. Je krijgt dan ook direct advies over wat je bodem nodig heeft.

Nieuwe leden
Maak een standaard-email voor nieuwe belangstellenden met daarin de belangrijkste principes van je vereniging.Laat belangstellenden eerst een keer meedoen met een tuinwerkdag voordat ze op de wachtlijst kunnen. Onze ervaring is dat je wachtlijst anders volloopt met mensen die een tuin wel leuk vinden zonder zich te realiseren wat er bij komt kijken qua commitment en tijd.Wanneer er een tuin beschikbaar komt, laat het nieuwe lid dan een deelname-overeenkomst ondertekenen en neem deze samen goed door. Combineer dat met een rondleiding door de tuin en langs de faciliteiten (gereedschap, water, etc.), zodat de spelregels duidelijk zijn. Hier vind je een voorbeeld van onze deelname-overeenkomst.

Communicatie
Een eenvoudige website met basisinformatie maakt je vereniging zichtbaar en is een handige ingang voor belangstellenden die iets van je willen weten. Kies een type website (bijv. WordPress) die makkelijk zelf bij te houden is. Meestal is er onder de leden wel iemand die het leuk vindt om de site bij te houden met nieuwe activiteiten, foto’s, info over biologisch tuinieren, e.d.Tip: een besloten Facebook-pagina kan handig zijn voor het uitwisselen van nieuwtjes tussen leden onderling.

Continuiteit
Spreek met elkaar af wie voor een bepaalde tijd het beheer van de composthoop, van het gereedschap en van de zaden wil doen. De ervaring leert dat dat anders snel een rommeltje kan worden. De jaarlijkse ledenvergadering is een goed moment om dat te regelen met elkaar.Houd de vereniging levend door passieve leden aan te spreken. Als iemand door persoonlijke omstandigheden een tijdje afwezig is, is het goed dat van elkaar te weten. Maar durf ook het gesprek aan te gaan als iemand zonder aanwijsbare reden z’n tuin verwaarloost en nooit aan tuinwerkdagen meedoet. Heldere afspraken vooraf wat je van elkaar verwacht zijn belangrijk om op terug te kunnen vallen in zo’n situatie.Zorg voor een procedure voor mensen die na herhaaldelijk appèl niets doen. Wanneer langdurig zonder goede reden niet aan de verplichtingen wordt voldaan, moet het bestuur stappen kunnen zetten om het lidmaatschap te beëindigen.

Vieren
Als je dan van alles hebt meegemaakt met het weer, de gewassen en binnen de vereniging, is er ook een tijd van vieren. Dat kan zo simpel zijn als na afloop van een werkdag even met elkaar naar een café in de buurt gaan. Maar echte hoogtepunten zijn een oogstfeest met pompoensoep uit eigen tuin of een zomerfeest, een nieuwjaarsborrel, etc. Een paar feestelijke momenten door het jaar heen doen veel voor de goede sfeer en onderlinge band.